In een wereld die steeds eenvormiger wordt, waar de producten die we eten steeds meer op elkaar gaan lijken en het aantal voedsel- en zadenproducenten steeds kleiner wordt, is een groeiende groep boeren die zich daar tegen verzet. In Italië bijvoorbeeld zijn verschillende organisaties die antieke zaden, planten en fruitsoorten opsporen, bewaren en opkweken. Eén van die organisaties is Civiltà Contadina, een netwerk van zo’n 150 boeren, professioneel en hobby, in het hele land. Voorzitter van de stichting is Cristiano del Toro.
‘Deze twee hectare zijn van mij,’ Cristiano del Toro wijst op het rommelige stukje grond voor hem. ‘En daar, aan de andere kant van de vallei, heb ik nog eens twee hectare. Daar verbouw ik voornamelijk wijn en olijven.’ Del Toro’s grond ligt in Castiglione Messer Raimondo, een gehucht op de oostflank van de Gran Sasso, de hoogste punt van de Apennijnen in de regio Abruzzen zo’n 200 kilometer ten oosten van Rome. Drie uur rijden over smalle, soms zelfs onverharde, bergwegen, maar zeer de moeite waard, want de omgeving is prachtig en het uitzicht op de Gran Sasso spectaculair.
‘Je kan zien dat ik al een tijdje niet meer ben geweest.’ Del Toro verontschuldigt zich als hij voor me uit zijn land op loopt. Olijfbomen, appelbomen, tomatenplanten en bonenstaken staan kriskras door elkaar. Het gras tussen de gewassen is niet gemaaid.
‘Kijk naar die heuvel daar,’ hij wijst naar de andere kant van de vallei. ‘Dat is ouwerwetse landbouw,’ er staan links en rechts wat olijfbomen, maar niet keurig in een rij zoals op het veld ernaast.’
De scheidslijn tussen traditionele en moderne landbouw is volgens Del Toro de Tweede Wereldoorlog. Om Italië, en Europa, er weer snel bovenop te helpen moest er op grote schaal goed en goedkoop voedsel geproduceerd worden, dat ging gepaard met een vergaande mechanisering en een groeiend gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. ‘In dat proces is er gekozen voor gemak, bijvoorbeeld traditioneel zijn bonen klimplanten die kan je niet mechanisch oogsten. Daarom zijn moderne bonenplanten dwergplanten. Wat verloren gaat is in eerste plaats smaak en daarnaast de resistentie van de planten in een tijd van klimaatverandering. Mijn tomaten hebben deze natte zomer zonder problemen overleefd, de buren die tomatenzaden hebben gekocht, hebben dit jaar geen tomaten.’
Volgens Del Toro kunnen veel moderne planten niet overleven zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen ‘ze gedragen zich als een terminale patiënt op de intensive care’. Tegelijkertijd zijn in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw veel traditionele groente- en fruitrassen afgeschreven omdat ze niet geschikt waren voor de intensieve landbouw en raakten ze in de vergetelheid.
‘Gelukkig is die ontwikkeling niet overal even snel gegaan, in Italië zijn vooral de regio’s Lombardije, Veneto en Toscane overgestapt op intensieve landbouw, heuvelachtige gebieden zoals hier in Abruzzen werden minder geschikt geacht. Daardoor is de grond hier minder vervuild en zijn er nog relatief veel antieke planten bewaard gebleven.’
Cristiano Del Toro (36) is eigenlijk landschapsarchitect en bewerkt het land uit hobby. ‘Alles wat ik verbouw eet ik op of ruil het tegen producten die ik zelf niet heb, zoals vlees. Ik hoef er niet aan te verdienen, maar ik bespaar wel een hoop geld.’ Hoewel hij boert uit hobby is Del Toro wél heel serieus over zijn producten en de verscheidenheid ervan.
‘Ik ben vooral bezig met lokale rassen, rassen die ik heb teruggevonden en die ik hier opkweek, en planten uit andere delen van Italië, maar ook van de wereld, die ik interessant vind om erbij te hebben. Maar de basis van mijn manier van boeren is vrije bestuiving. Planten moeten zich jaar na jaar kunnen blijven voortplanten en verbeteren. Planten ontwikkelen zich door, in de genen van de zaden wordt vastgelegd hoe ze moeilijke periodes kunnen overleven.’
Het beschermen en vermeerderen van zaden en, bijzondere, planten is één van de doelen van de stichting Civiltà Contadina, dat zoiets betekent als Boeren Beschaving, zo lezen we op hun website. De stichting heeft zo’n 150 leden door heel Italië en zet zich sinds 1996 vooral in voor het bewaken van de biodiversiteit, het recht op voedselsoevereiniteit en de vrije circulatie van zaadgoed. Hoewel niet expliciet gemeld op hun website is Civiltà Contadina wel degelijk te beschouwen als een stil protest tegen zaadgiganten als Monsanto. ‘We willen vooral laten zien dat het mogelijk is op een andere manier voedsel te verbouwen dan de homogene manier die voor modern doorgaat en die landbouwgrond steeds verder uitput.’
De moderne manier van boeren wordt door Del Toro beschouwd als een verschraling van de rijke historie en zijn stichting wil vooral ook het culturele erfgoed dat gerelateerd is aan de traditionele manier van boeren in kaart brengen. Maar hij benadrukt dat ze geen nostalgische zadenverzamelaars zijn. ‘Het is geen zadenbank,’ legt Del Toro uit. ‘Biodiversiteit bewaar je niet in een koelkast. We hebben wel dat type conservering maar dat beschouw ik als een soort recovery disk, als ik alle data kwijtraak dan kan ik die, in het uiterste geval, daar vandaan halen. Zaden moeten bewaard worden in het veld.’
In Del Toro’s uit de kluiten gewassen moestuin staan verschillende appelsoorten – eentje die eruit ziet als koeienkop, eentje die Limoncella heet en een derde met rood vruchtvlees – , een tiental tomatenrassen, bonen, mais en vijf verschillende soorten olijven. ‘Deze olijfgaard stamt uit de jaren negentig, met een lokaal olijven ras, de Dritta, die al honderden jaren hier verbouwd wordt en een paar Toscaanse varianten die hier in de jaren zeventig zijn geplant. Ze zouden mooiere olijven produceren die ook nog eerder rijp zouden zijn. Dit jaar hebben we hebben ngo een late vorst gehad en kijk, de lokale olijfbomen geven olijven, maar de geïmporteerde Toscaanse niet. De Dritta heeft zich in de loop der eeuwen, aangepast aan de omstandigheden en de Toscanen nog niet.’
Volgens Del Toro zijn de olijven, oude bomen die alles gezien en meegemaakt hebben, de essentie van Civiltà Contadina. ‘Je kunt niet in een korte tijd reproduceren waar de natuur eeuwen over heeft gedaan.’