Ze zitten achter me, in het restaurant waar ik mijn eenzame diner eet. Eenzaam, want alleen op reis. Een krantje houdt me gezelschap.
Twee koppels van in de zestig zijn een avondje uit in een simpele, maar erg goede trattoria, ergens in Toscane.
Ik bestel mijn rode wijn, een robuuste Sangiovese Ciliegino uit de Maremma, en verdiep mij in de kaart. Het wordt een Peposo (rundvlees gekookt in rode wijn met veel peper) met radicchio alla griglia. Achter mij ontspint zich een discussie over eten. Iets wat Italianen eigenlijk altijd doen tijdens het eten, práten over eten.
‘Volgens mij moet hier eigenlijk nog basilicum overheen,’ zegt de vrouw van het ene stel. Kort blond haar en een opzichtige goud-zwarte bril. ‘Althans, zo maakte mijn moeder het.’
‘Precies,’ haakt de vrouw tegenover haar in. Krullend haar en iets te vaak gast in restaurants. ‘Net als in de Peposo (ook zij maakte die, uitstekende, keus), wel iets minder peper had gemogen.’
‘Nou,’ werpt haar man – hip grijs baardje en artistiek warrig haar -tegen, ‘dit is hoe ze het in Florence maken.’
‘Ja,’ roept de andere man in t gezelschap. ‘En dat terwijl het eigenlijk een gerecht uit Siena is.’
Als de salade op tafel komt verschuift het gesprek zich naar hoe olijfolie de smaak van een gerecht verandert. ‘Die uit Toscane is de beste’, een feit dat iedereen aan tafel beaamt. Want de olijfolie van de streek waar je je bevindt is altijd de beste. En niet van Italië, maar van de hele wereld. Dat spreekt voor zich.
Gezien praten over politiek, kerk en voetbal alleen maar ruzie oplevert praten Italianen aan tafel over wat er op tafel staat. Altijd. En zelfs dan slagen ze er in woorden te krijgen, want zoals moeder thuis het gerecht maakt, of zoals de traditie voorschrijft, is heilig .
Een van mijn favoriete gerechten is Pasta all’Amatriciana, pasta met een pittige uien tomaten saus en spek. Maar niet zomaar spek, kwam ik tot mijn ontzetting achter. Nee, het moet ‘guanciale’ zijn, wangspek. Die is vetter en duurder, maar ik kan er niet omheen. En is het verplicht daar ‘bucatini’ bij te eten, lange wat dikkere pasta met een gaatje erin. Anders is het niet volgens de regels van de traditie. Ik smokkel weleens, want ‘bucatini’ zijn nogal lastig zonder morsen te eten, maar dat kan alleen als ik alleen thuis ben.
Met de gordijnen dicht.