Een jaar geleden zaten we al een aantal weken in een strenge lockdown. Alleen om boodschappen te doen mochten we de deur uit en voor kinderen was buitenspelen helemaal uit den boze.
Ik schreef toen deze ode aan mijn oudste zoon.
Al zes weken zit je binnen, al zes weken is je wereld niet groter dan het huis waar je woont, samen met je vader, je moeder en je kleine broertje. Al zes weken pendel je heen en weer tussen de woonkamer en de keuken waar je trouw je huiswerk maakt. Je mist je school, de juffen en je vriendjes en vriendinnetjes. Nicolas met wie je altijd voetbalt op het schoolplein en met de Lego speelt als het regent. Alice, je beste vriendinnetje al zolang je je kan herinneren. Je ziet ze nog wel via Skype of Whatsapp, dan vertel je enthousiast over de laatste tekenfilm of dat gave boek. Je showt je mooiste tekening en je geniaalste Lego bouwsel. Maar als je ophangt ben je altijd een beetje triest.
‘Wanneer mag ik naar ze toe, papa?’
‘Ik weet het niet, jochie. Ik hoop snel.’
‘Nee jochie, je mag ook niet mee boodschappen. Nog even geduld.’
Al zes weken zet je geen stap op straat, al zes weken is ons huis veel te klein. Slaapkamer, gang, papa en mama’s slaapkamer, woonkamer, keuken. Je hebt ze allemaal duizend keer gezien, al duizend keer overhoop gehaald en, na lang aandringen, weer opgeruimd. Al zes weken geen gym, niet fietsen in het park of rennen op het plein. Je jaagt je broertje achterna in de gang en slalomt op je step tussen de planten door op het dakterras. Het is je enige beweging, al zes weken lang.
Tot.. we ineens de sleutel vonden van de deur naar het dak. Bovenop ons palazzo is tweehonderd vierkante meter ruimte. Een beetje oppassen met de antennes, maar voetballen kan. Met die oranje plastic bal aan je voet lijk je te zweven, waan je je in het Stadio Olimpico of de Kuip, al heb je die nog nooit van dichtbij gezien. Even zit je niet binnen, even ben je vrij.
Als je zes jaar bent is zes weken heel erg lang, zes weken zonder vriendjes, zes weken met je vader en moeder en dat, af en toe, heel vervelende broertje. Zes weken geduld en wie weet hoe lang het nog duurt. Ik ben trots op je.